Werkleerbedrijven zijn een cruciale schakel voor mensen met een beperking om werk te vinden en te houden. Theo Beijer, directeur van het werkleerbedrijf Fijnder in de Achterhoek, vertelt hoe zij eraan bijdragen dat iedereen mee kan doen in onze maatschappij.
Er is maar één reden waarom Fijnder is opgericht en dat is om mensen met een beperking zo goed mogelijk te ondersteunen. Tijden zijn wel veranderd. Er was een hele tijd een sociale doelgroep met weinig tot geen beperkingen en waar de arbeidsmarkt de reden was dat ze geen werk hadden. De doelgroep die we nu hebben is echt de doelgroep met een beperking in een arbeidsmarkt die schreeuwt om personeel. Maar het werkt niet zo makkelijk om dat één op één te matchen aan elkaar.
Onze mensen kunnen niet zomaar overal ingezet worden. Werkgevers moeten ook zelf bereid zijn om hun arbeidsomstandigheden zo te veranderen dat ook mensen een beperking van toegevoegde waarde kunnen zijn. Daar hebben we echt een hele forse taak en ik denk dat we daar steeds beter in worden.
Wij kunnen helpen bij een deel van de oplossing van personeelstekorten bij werkgevers en dat wordt ook gezien waardoor we nu op een andere manier aan tafel zitten bij werkgevers en betere ondersteuning kunnen bieden.
Op persoonlijk vlak werkte mijn vader vroeger bij een sociaal ontwikkelbedrijf waar ik regelmatig kwam dus daar zit ook een drijfveer van mij.
Fijnder heeft het beste fundament dat je maar kunt wensen. Wij hebben een werkplaats, hebben tweederde van de mensen buiten aan het werk, voeren de participatiewet uit en plaatsen mensen. We spreken van “wij” als we het hebben over de gemeente en het WSP want we doen de werkgeversdienstverlening echt samen.
Wat ons uniek maakt is dat wij proberen cliënten en werkgevers te helpen in de situatie waarin zij zitten. Het vermijden van een “eenheidsworst” en het centraal stellen van het individu zijn cruciaal voor effectieve dienstverlening. Wij willen niet uitgaan van wantrouwen maar vanuit een positief mensbeeld. Zo zitten we in de inkomenstaak maar zo zitten we ook in de werktaak.
Wij zijn heel erg gericht op “buiten” en hebben geen doelstelling om de werkplaats zo groot mogelijk te laten zijn of de omzet te maximaliseren. Iedereen die naar buiten kan moet naar buiten. “Hoe overleven wij als organisatie” is bij ons geen thema. Als wij onszelf op kunnen heffen dan zou dat het mooiste zijn wat we kunnen bereiken.
Voor ons is het niet bijzonder om het certificaat te krijgen als ik eerlijk ben want het is onze core business. De waarde van het certificaat ligt voor ons als bedrijf en organisatie in het geven van het goede voorbeeld voor andere bedrijven. Als wij andere bedrijven willen overtuigen van het feit dat het heel goed is om mensen met een beperking een kans te geven en zo te ontwikkelen dat ze productief zijn dan moeten we zelf het voortouw nemen. Het is voor mij dus meer een bevestiging van dat goede voorbeeld willen geven.
Ik heb bij de gemeente Apeldoorn gewerkt en zag daar dat het werkte met vouchers vanuit de gemeente om bedrijven te stimuleren om PSO-gecertificeerd te worden. Daar kunnen we hier ook over nadenken. Wij zijn hier de werkgeversdienstverlening en daarin helpen we werkgevers om na te denken over mogelijkheden voor deze doelgroep. Die adviesfunctie is hier heel nadrukkelijk aanwezig.
Er zijn een aantal grote bedrijven in de regio waar veel mensen van Fijnder werken. We hebben meer dan 400 mensen buiten aan het werk. Eén van de speerpunten van het WSP is dat ze met werkgevers meedenken over hun personeelsbeleid. Dus echt helpen om bepaalde functies anders in te richten en daar mensen uit de doelgroep in te zetten.
En we investeren enorm op jobcoaching. De begeleiding van onze cliënten vond voorheen veelal hier in onze spreekkamers plaats en die moeten we grotendeels overhevelen naar begeleiding bij werkgevers. Ook de Harrie trainingen zijn in opkomst en we zien dat steeds meer werkgevers het belang inzien van ondersteuning om mensen die aan het werk geholpen worden ook aan het werk te houden.
De krapte op de arbeidsmarkt is voor ons een zegen. Dit is de ideale omstandigheid om mensen met een beperking aan het werk te helpen omdat er zoveel vraag is vanuit werkgevers. Als het ons nu niet lukt, dan kunnen we beter stoppen.
Mijn belangrijkste tip is “stel je cliënten centraal en niet je organisatie”. Als je voor het bestaansrecht van je organisatie aan het vechten bent moet je jezelf afvragen of dat de juiste doelstelling is.
Je moet de beste plek voor je mensen vinden. Soms is dat binnen maar heel vaak is dat buiten dus maak dat je belangrijkste doelstelling.