30+ (Abw)-Certificaat

 

Wat is het PSO 30+ certificaat?

Het PSO 30+ certificaat erkent organisaties die minimaal aan de gestelde kwantitatieve eisen van artikel 2.82 van de Aanbestedingswet voldoen. Hier leest u meer over de achtergronden van het wetsartikel 2.82 van de Aanbestedingswet.

Wat zijn de criteria van PSO 30+?

De PSO 30+ criteria zijn aan de hand van een pilotfase en juridische consultatie tot stand gekomen zodat deze exact aansluiten op het wetsartikel 2.82 van de Aanbestedingswet. Belangrijke voorwaarde voor het behalen van een PSO 30+ certificering is dat ten minste 30% van de werknemers bestaat uit mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De volgende aanvullende criteria en voorwaarden worden gesteld:

  • De PSO 30+ erkenning kan alleen uitgelezen worden als een PSO-aanvrager een PSO score heeft die de aanvrager in aanmerking brengt voor PSO-trede 3. De organisatie dient aan alle gestelde criteria van een PSO-certificering te voldoen zoals :minimaal 1 jaar twee fte aan werkzame personen hebben gehad, een eigen KvK nummer en het voldoen aan de kwalitatieve criteria van de PSO trede 3.
  • Doelgroep is conform reguliere PSO-erkenning met uitzondering van bbl’ers/bol’ers ni­veau 1 en 2 of vso/pro-leerlingen met leerwerkovereenkomst/stage.
  • Type contract: tot 1 april 2019 telden alleen de kwetsbare personen in loondienst bij de Aanvragende organisatie mee als doelgroep. Detacheringen, stage- en werkervarings­plaatsen, re-integratietrajecten en proefplaatsingen telden niet mee uitgaande van een strikte interpretatie van de wetgeving. Op 26 september 2018 heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de brief ‘Beantwoording vragen over artikel 2.82 van de Aanbestedingswet’ gepubliceerd waarin wordt aangegeven dat personen die ge­detacheerd zijn ook kunnen meetellen. Dat dienen dan wel duurzame overeenkomsten te zijn en ook geen zogeheten ‘nul-uren’ contracten. Dit betekent bijvoorbeeld dat perso­nen met een SW-indicatie die op detacheringsbasis werkzaam zijn bij de PSO-aanvrager vanaf 1 april 2019 wel meetellen voor de berekening van de 30+ (Abw) score. Ze tellen vanaf 1 april 2019 ook mee voor de bepaling van het totaal aantal fte bij de bepaling van de 30+ (Abw-) score. Om mee te mogen tellen dient de gewerkte periode voor de peilda­tum minstens 6 maanden te zijn om aangemerkt te mogen worden als ‘duurzaam’ en minstens 2 uur per week. De rekentool controleert hier ‘automatisch’ op en neemt alleen die flex-overeenkomsten mee die aan deze aanvullende eisen voldoen. In de brief geeft de staatsecretaris als aanvullende eis dat “de werkgelegenheid die het bedrijf biedt struc­tureel moet zijn: er kan niet slechts sprake zijn van tijdelijke dienstverbanden ……” Om deze aanvullende eis te borgen is in de rekentool de toets ingebouwd dat minimaal een vijfde deel van de (ondergrens van minimaal) 30% wordt ingevuld door personen met een regulier dienstverband.
  • Urennorm voor één fte: berekent het aandeel kwetsbare groepen volgens de PSO-syste­matiek. Daarbij geldt de bijbehorende cao-norm van een organisatie.
  • Wegingen: voor de 30+ (Abw-)erkenning is de weging voor alle uitgangsposities en type contracten ‘1’. Er wordt niet, zoals bij het bepalen van de directe bijdrage van de PSO, gerekend met verschillende weegfactoren. Het gewicht is ‘1’ of ‘0’ als het type contract of de uitgangspositie niet mee telt voor het bepalen of een aanvrager voldoet aan de 30+( Abw-)erkenning.

Kwalitatief aspect van artikel 2.82 van de Aanbestedingswet

Een organisatie moet niet alleen aantonen dat het aan de kwantitatieve eisen van artikel 2.82 van de Aanbestedingswet voldoet. De organisatie moet (aantoonbaar) de maatschappelijke en professionele integratie van arbeidsgehandicapten of kansarmen tot (hoofd)doel hebben. Dat kan bijvoorbeeld uit de statuten van de onderneming blijken. Hoe de precieze formulering van de statuten luidt, zal uiteraard per onderneming verschillen. Van belang is in ieder geval dat maatschappelijke en professionele integratie van gehandicapten of kansarmen het hoofddoel van de onderneming is, en niet 'slechts' één van de doelen. Deze kwalitatieve eis zoals omschreven in artikel 2.82 van de Aanbestedingswet maakt geen onderdeel uit van de kwalitatieve eisen van de PSO.

Het PSO 30+ certificaat aanvragen

Door uw gegevens in te voeren in MijnPSO ziet u (vrijblijvend) in stap 4 van MijnPSO of uw organisatie voldoet aan de gestelde PSO 30+ criteria en eisen. Het aanvragen van een PSO 30+ certificering wordt mogelijk gemaakt in stap 6 van MijnPSO. Aan certificering zijn kosten verbonden. PSO-Nederland verstrekt de PSO 30+ (Abw)-erkenning in de vorm van een certificaat. Het percentage waarop de erkenning gebaseerd wordt, is het percentage dat be­rekend wordt na de toetsing door de auditor. Eventuele correcties worden conform paragraaf 2.7 van de PSO-handleiding berekend.

 

 


Direct naar: