Socialer ondernemen is net dat extra stapje

Trots was ik laatst na het lezen van een artikel over de enorme toename van werkgevers die de Prestatieladder Socialer Ondernemen (PSO) behalen en dit uitdragen. Dat is niet zomaar iets. Dat de PSO zo enorm groeit, heeft vooral te maken met de bewustwording van het bedrijfsleven dat duurzaam sociaal ondernemen wat oplevert.

Stichting PSO Nederland (PSO NL) vindt socialer ondernemen niet meer dan normaal. Vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid stimuleert de PSO dat meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt op een goede manier integreren op de werkvloer. Hiervoor heeft Stichting PSO Nederland, in nauwe samenwerking met TNO, Start Foundation en vele andere vooraanstaande organisaties, een aantal jaren geleden het keurmerk ontwikkeld. De PSO meet in welke mate organisaties duurzaam socialer ondernemen en of zij dit op een kwalitatief goede wijze doen. Een organisatie kan groeien van een aspirantstatus tot en met trede 3.
De PSO is voor de gebruiker een simpel en praktisch instrument, maar er schuilt een heel wetenschappelijke wereld achter. Om de PSO continu door te ontwikkelen, komt de Commissie van Deskundigen twee maal per jaar samen om signalen uit de markt, politiek, overheid en PSO-gebruikers te verbinden aan de resultaten uit de tweejaarlijkse landelijke Werkgevers Enquête Arbeid (WEA) van TNO, waarop de PSO gebaseerd is. Binnen de commissie is aansluiting van de PSO op de markt een essentieel element. Dit wel met de kanttekening dat de PSO zich richt op mensen die echt een steuntje in de rug nodig hebben en daar zijn verschillende gradaties in aan te brengen. De doelgroepbepaling en de weging die de PSO aan de diverse doelgroepen geeft, is één van de voorbeelden hiervan. Doelgroep is een vervelende benaming, maar nu (helaas) nog noodzakelijk om mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt een betere positie op de arbeidsmarkt te kunnen geven. ‘Meetbaarheid zonder discussie’ maakt dat op een uniforme wijze wordt gemeten, zonder dat er ruimte voor discussie bestaat. De PSO ‘meet’ of iemand tot de PSO-doelgroep behoort door te kijken naar de uitkeringssituatie en/of het opleidingsniveau bij instroom in een organisatie. Daarnaast zijn componenten zoals type contract, aantal werkzame uren ook stevig wegende en meetbare criteria. Uiteraard zijn er ook bedrijven die lokale events financieren. Deze mate van maatschappelijk betrokken inzet wordt niet meegenomen in de score van de PSO, omdat de PSO zich onder meer richt op meetbaarheid en arbeidsmarkt.

 

Waardering

De kracht van de PSO ligt in een paar unique selling points (usp’s) waarin ook de waardering van de keten een grote rol speelt. De keten is brancheoverstijgend en landelijk, net als de PSO. Maar ook de onafhankelijke toetsing van de PSO is een usp. De PSO wordt getoetst door vier certificerende instellingen die tot de top behoren van de Nederlandse markt op dit gebied.
Tot mijn verbazing lees ik soms ook dat organisaties de PSO kunnen inzetten puur voor marketing- en communicatiedoeleinden. Mensen zijn bang dat de PSO puur window dressing is. Dit blijkt een onterechte angst en is feitelijk onjuist. Niet alle bedrijven komen door de PSO-audit heen en ontvangen dan ook geen PSO-erkenning. Public relations zorgt er juist voor dat steeds meer bedrijven bekend worden met sociaal ondernemen en dat is goed! Ik kan u vertellen dat ik bij de meest uiteenlopende organisaties ben uitgenodigd om over sociaal ondernemen te spreken. Het is prachtig om met een diversiteit aan bedrijven te mogen spreken over je passie: duurzaam sociaal ondernemen. De kracht van de PSO hierbij: de PSO meet kwantitatief in welke mate een organisatie duurzaam socialer onderneemt ten opzichte van andere organisaties en of zij dit op een kwalitatief goede wijze doet. Dus de PSO kan nooit een stuntmachine worden, mede door de onafhankelijke toetsing. Als u niets doet, krijgt u ook geen certificaat. Best eerlijk toch?
Zoals u heeft kunnen zien, is de PSO opgenomen in de standaard bestektekst voor Europese aanbestedingen van Bouwend Nederland en stakeholders waaronder bijvoorbeeld MKB Infra per 10 oktober 2014. Deze tekst is aangeboden aan duizend wethouders en veel gemeenten accepteren de tweede trede van de PSO als bewijs dat een opdrachtnemer aan de social-returnverplichting heeft voldaan. Daarnaast kunnen gemeenten bij meervoudige onderhandse opdrachten een fictieve korting koppelen aan een trede van het PSO-certificaat. Diverse bedrijven vanuit verschillende branches met een gemeenschappelijk doel: socialer ondernemen!

Yuri Starrenburg, voorzitter PSO-Nederland
Bron: Cobouw

Deel dit bericht:  
28 september 2015

Direct naar: