Omdat we de verschillende aspecten van de PSO en het certificeringsproces meer willen gaan belichten zullen wij komend jaar interviews plaatsen met verschillende PSO-ambassadeurs.
Deze week in de spotlight: PSO-adviseur Tamara de Graaf
Tamara is al sinds 2018 actief in het begeleiden van organisaties bij het aanvragen van het PSO-certificaat. Daarnaast werkt ze als adviseur en projectleider voor organisatie in diverse branches die socialer en inclusiever willen ondernemen.
Als extern adviseur kom ik altijd binnen met een open blik. Je staat wat verder af van de organisatie en de mensen waardoor je sneller knelpunten én kansen kan zien. Ik vind het leuk om heel doel- en resultaatgericht te helpen bij een vraagstuk. En dit zo te doen, dat de mensen binnen de organisatie het daarna ook zelf kunnen oppakken. Hiermee maak ik mezelf eigenlijk overbodig, wat betekent dat ik weer wat anders kan gaan doen. Veel organisaties van binnen zien, nieuwe branches leren kennen en met veel verschillende soorten mensen samenwerken, maakt advieswerk voor mij juist zo leuk.
Het begrip sociaal ondernemen is steeds breder geworden. Het is niet meer een apart bedrijf of activiteit op zich, maar iets wat geïntegreerd kan worden in elke organisatie, publieke instelling en commercieel bedrijf. Iets waar de PSO al vanaf de start voor staat.
Ik zie ook steeds meer organisaties met een SROI-verplichting inzetten op sociaal inkopen. Dit is een mooi voorbeeld van de ketenstimulering in werking! Wat ik daarnaast ook zie, is dat arbeidsparticipatie zich steeds meer richt op mensen die iets lager op de participatieladder staan. Het aantal mensen dat nog thuis zit in deze arbeidsmarkt wordt kleiner en degene die nog wel op zoek zijn naar werk, hebben hier wat meer hulp en begeleiding bij nodig. Ook na plaatsing! Dit is iets waar een organisatie die een PSO-certificering nastreeft, zich wel bewust van moet zijn. Het vraagt best wat tijd en aandacht om in te zetten op echt duurzame arbeidsrelaties, bijv. door coaching en scholing. Maar gelukkig zie ik genoeg organisaties die echt intrinsiek gemotiveerd zijn om dit te doen en dat kwetsbaardere medewerkers hierdoor echt in hun kracht gezet worden.
Eigenlijk moet het gewoon normaal worden. Iedere medewerker is gelijk, maar heeft soms andere behoeften. Als goed werkgeverschap zou je eigenlijk zo naar elk personeelslid moeten kijken, en niet enkel naar degene met een ‘label’. Dat er, o.a. met PSO en de participatiewet, veel in gang is gezet juist door deze ‘labels’ vind ik overigens wel een goede zaak. Maar mijn toekomstdroom zou zijn dat dit niet meer nodig is.
Ik zou goed nadenken wie én wat er eigenlijk past bij de dienst of het product dat ik aanbied. Bijvoorbeeld in een heel internationale markt, zie ik kansen voor statushouders met kennis van verschillende talen en culturen. Bij een bedrijf dat veel seizoensgebonden én specialistisch werk heeft, kun je mooie BBL-werktrajecten opzetten. En dan niet alleen kijken naar de werving en begeleiding, maar ook bij de werkzaamheden zelf. Bijvoorbeeld jobcarving. Maar ook een mooi voorbeeld vind ik SWINK of Specialisterren. Waar ze echt inzetten op talent i.p.v. beperking. Er zijn zoveel kansen voor sociaal ondernemers!