Omdat we de verschillende aspecten van de PSO en het certificeringsproces meer willen gaan belichten zullen wij komend jaar interviews plaatsen met verschillende PSO-ambassadeurs.
Deze week in de spotlight: PSO-adviseur Marianne van Schaik van All Inclusion.
Sinds 2016 adviseer ik bedrijven over de PSO. Pensioenfonds Werk en (re)Integratie (PWRI), het fonds voor alle werknemers die vallen onder de doelgroep mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, was daarvoor de aanleiding. PWRI belegt sinds 2016 in beursgenoteerde bedrijven die werkgelegenheid bieden aan de doelgroep. Met behulp van de PSO kunnen deze bedrijven aantonen dat zij echt inclusief ondernemen. Namens PWRI, mocht en mag ik deze bedrijven overtuigen van het nut van inclusie en het keurmerk PSO. En het werkt! Steeds meer beursgenoteerde bedrijven omarmen de PSO en zorgen voor werkgelegenheid voor de doelgroep. In 2018 startte ik mijn eigen adviesbureau en sindsdien heb ik samen met mijn collega Kirsten Lippens tientallen bedrijven mogen begeleiden bij hun PSO-certificering, maar vooral ook bij hun ontwikkeling naar een inclusieve organisatie.
Wij zijn gespecialiseerd in het begeleiden van allerlei soorten bedrijven. Het maakt niet uit of ze groot, klein of beursgenoteerd zijn. De sector of branche maakt ook niet uit. Ieder bedrijf heeft haar eigen uitdagingen en daar spelen wij flexibel op in. De basis van de vraag is altijd: hoe worden wij een sociale ondernemer en hoe verkrijgen wij daarvoor het PSO-keurmerk? De antwoorden op die vragen kunnen wij geven.
Als HR-manager en Manager Reïntegratie en Detachering bij twee bedrijven voor de sociale werkvoorziening heb ik gezien hoe snel mensen zich kunnen ontwikkelen zodra zij een passende uitdaging én een bij hun vermogen passende werkplek in het bedrijfsleven hebben gevonden. Als de randvoorwaarden op orde zijn, komen deze talenten tot bloei. Draagvlak voor sociaal ondernemen, de inzet van goede, passende begeleiding en ontwikkeling zijn de pijlers waarop succesvolle, duurzame reïntegratie rusten. De PSO is niet alleen een kwantitatief meetinstrument, maar meet ook hoe sociaal duurzaam een organisatie ingericht is. Dat is eigenlijk de leukste kant van mijn werk: bedrijven begeleiden bij hun ambities om inclusief te worden. En nog leuker is het om bedrijven te begeleiden die bijvoorbeeld vanwege SROI-eisen (social return on investment) zich moeten laten certificeren en om dan te zien dat gedurende het traject het moeten verandert in willen.
Langzaam maar zeker uniformeren steeds meer overheden hun SROI-eisen. Dat is een goede zaak, want het bedrijfsleven wordt hoorndol van alle verschillen. Gelukkig zie ik ook steeds vaker de PSO in deze eisen terugkomen. En dan meestal als korting op een te behalen SROI-percentage. Nog mooier zou het zijn als PSO de plaats van SROI in gaat nemen. Dat zou tot gevolg hebben dat een groot gedeelte van het bedrijfsleven inclusief is en werkgelegenheid schept voor de doelgroep. En dat is toch waar we naar toe willen: in plaats van management op contracten, management op duurzaamheid.
De beeldvorming over deze groep is nog veel te vaak uitermate negatief en eenzijdig. En dat is jammer. We hebben de afgelopen jaren bij veel bedrijven, die wij begeleiden, de beeldvorming langzaam zien kantelen. Ik zeg altijd: de doelgroep is een weerspiegeling van onze maatschappij. Hoog opgeleid, middelbaar of lager opgeleid, een zichtbare of onzichtbare beperking, het maakt niet uit. Ieder mens wil gezien en gehoord worden. Het hebben van werk waarin de medewerker zich naar vermogen kan ontwikkelen en dat resultaten voor een bedrijf oplevert is het belangrijkste. En natuurlijk hebben medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt en/of een beperking vaak extra aandacht of begeleiding nodig, maar dat ‘verdient’ zichzelf weer terug. Naast de beeldvorming is ook de werving van potentiële medewerkers uit de doelgroep niet gemakkelijk. Werkgevers voelen zich vaak niet gehoord bij UWV, gemeenten of werkgeverservicepunten. Als daar verandering in komt, zetten we met elkaar grote stappen vooruit.
Hoe kan de PSO nog beter bijdragen aan het behalen dan de doelstelling van de participatie wet?
De wetgeving draait om participatie, dus het meedoen van alle mensen in onze maatschappij. Daar draait de PSO ook om. Het zou mooi zijn als de huidige doelgroep uitgebreid wordt met groepen die die nu nog vaak tussen wal en schip vallen. Denk daarbij aan medewerkers in de Wet Verbetering Poortwachter Spoor 2. Als deze groep de kans krijgt om te reïntegreren in een bedrijf anders dan de huidige werkgever, dan zou het mooi zijn als dit door de PSO gewaardeerd wordt.
Sociaal ondernemen wordt langzaam maar zeker steeds belangrijker. Je ziet de maatschappij op dat onderwerp -gelukkig- veranderen. Denk daarbij aan de groeiende waarde die wordt gehecht aan het onderwerp duurzaamheid waarop beursgenoteerde bedrijven in 2024 en grote bedrijven vanaf 2026 moeten gaan rapporteren. Het gaat hier om een sturende beweging van buiten naar binnen. Maar ook kiezen grote en kleine bedrijven er zelf steeds vaker voor om duurzaamheid hoog op de agenda te zetten. Met name de wens om een afspiegeling van de maatschappij te zijn én om sociaal te ondernemen neemt gestaag toe. De PSO is een mooi instrument om dat streven te ondersteunen en om de bereikte resultaten te meten en te laten waarderen met het PSO-certificaat als kroon op het werk.
Het zou mooi zijn als alle neuzen dezelfde kant op staan. Bedrijven en overheden vullen sociaal ondernemerschap nu nog op hun eigen manier in. Je ziet dan dat onderwerpen die vaak in het nieuws komen, de focus krijgen. Denk aan de man-/vrouwverhouding, het werk bieden aan Oekraïners en Statushouders etc. Waar het naar mijn mening om gaat is dat dit soort discussies noch in de maatschappij, noch in bedrijven meer spelen als we echt divers zijn. Talenten herkennen en erkennen is datgene waar het omdraait. Niet hoe je eruitziet, waar je vandaan komt en wat je (on)zichtbare beperkingen zijn. Maar of ik dat nog mag meemaken?
Klein beginnen, successen vieren en transparant zijn over tegenslagen. En vooral ook in oplossingen denken. Commitment van de directie op dit onderwerp is een vereiste. Van belang is ook om helder te zijn over de reden waarom de organisatie sociaal wil ondernemen. En laat het geen ‘feestje zijn van de directie en HR’. Dit gaat de hele organisatie aan! We hebben het in feite over een cultuurverandering en zoiets kost tijd.